Stikstof: vergunningverlening, toezicht en handhaving
In bijna alle natuurgebieden in Overijssel komt méér stikstof op de grond dan de natuur aankan. Daardoor komen kwetsbare planten en dieren in de knel. De provincies zijn met de inwerkingtreding van de Omgevingswet het bevoegd gezag geworden voor zowel gebieds- als soortenbescherming. De provincie is daarmee ook verantwoordelijk voor vergunningverlening, toezicht en handhaving. De afgelopen jaren is het steeds moeilijker geworden om vergunningen te verlenen.
Vergunningverlening
Wie iets wil ondernemen waardoor mogelijk stikstof terecht komt in een Natura 2000-gebied, heeft hiervoor een vergunning nodig volgens de Omgevingswet of een ander toestemmingsbesluit. Denk bij 'ondernemen' aan de aanpassing van een weg, het uitbreiden van een veehouderij, de nieuwbouw van woningen of nieuwe industriële activiteiten. In veel gevallen is de provincie hiervoor vergunningverlener. Bijna alle aanvragers gebruiken adviseurs om een vergunning aan te vragen.
Veranderende wet- en regelgeving
De aanpak van het stikstofprobleem is zowel landelijk als in de provincie constant in beweging. Hierdoor verandert ook de wet- en regelgeving regelmatig. Er verschijnen veel rapporten en er worden door rechtbanken en de Raad van State veel uitspraken gedaan die (ook) betrekking hebben op stikstof en vergunningverlening.
Ook is er een specifieke aanpak voor ondernemers die in het verleden geen vergunningen hebben aangevraagd maar een zogenaamde PAS-melding hebben gedaan. Door de uitspraak van de Raad van State, in mei 2019, is deze PAS-melding niet meer geldig. Voor de stand van zaken en recente ontwikkelingen rondom de PAS-meldingen verwijzen we u naar onze pagina over Pas-melders.
Uitspraken van de Raad van State heeft gevolgen voor intern salderen
Op 18 december 2024 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State in de zaken de Amercentrale en Rendac uitspraak gedaan over intern salderen.
Een van de belangrijkste gevolgen van de uitspraken is dat intern salderen met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2020 weer vergunningplichtig is.
Daarnaast is met deze uitspraken de additionaliteitstoets aangescherpt. Dit houdt in dat bij intern salderen moet worden gekeken of de eventuele stikstofwinst niet eerst naar natuurherstel moet gaan. De stikstofruimte die vrijkomt door de activiteit die beëindigd wordt, mag je dus alleen gebruiken voor de nieuwe activiteit als die ruimte niet nodig is voor het herstel van de natuur.
Met deze uitspraken heeft de Raad van State dus naast het herintroduceren van de vergunningplicht ook het beoordelingskader van intern salderen gewijzigd. Daarmee zijn de voorwaarden voor intern salderen en extern salderen nagenoeg gelijkgetrokken. De uitspraken hebben directe gevolgen voor vergunningverlening in verschillende sectoren en activiteiten, zoals onder andere: landbouw, industrie, infrastructuur, evenementen, wegenprojecten, woningbouw, PAS-melders. Hieronder worden de gevolgen van deze uitspraken voor de praktijk nader toegelicht.
Evenementen
Ook als u een evenement organiseert moet u nagaan of het evenement (in de Omgevingswet wordt dit het project genoemd) stikstofneerslag zal veroorzaken of een ander effect heeft op in een Natura 2000-gebied en de daar aanwezige dier- en plantensoorten. Voor meer informatie verwijzen wij u graag naar de webpagina over evenementen en de Flora- en Fauna-activiteitVerwijst naar een andere website.
AERIUS
Onderdeel van de vergunningaanvraag is altijd een berekening van de stikstofneerslag als gevolg van de voorgenomen activiteit. Hiervoor dient de aanvrager gebruik te maken van het rekeninstrument AERIUS-calculator. Dit instrument wordt regelmatig bijgewerkt. Hierdoor kan het noodzakelijk zijn om gedurende het aanvraagproces, de berekeningen aan te passen en deze (opnieuw) toe te voegen aan de aanvraag.
Toezicht en handhaving
De afgelopen decennia heeft de provincie aan veel bedrijven in of nabij Natura 2000-gebieden een natuurvergunning verleend. De provincie houdt toezicht op deze vergunningen en controleert of bedrijven zich houden aan de voorschriften in de verleende natuurvergunning.
Er zijn echter nog bedrijven die nog geen natuurvergunning hebben terwijl ze die wel nodig hebben. Door de veranderende wet- en regelgeving is het nog niet gelukt om alle bedrijven die een vergunning nodig hebben in beeld te brengen en te vergunnen.
Een specifieke groep zijn de PAS-melders. Dit zijn bedrijven en ondernemers die voor het Programma Aanpak Stikstof (PAS) een melding deden bij de overheid, bijvoorbeeld een melding van een uitbreiding. Zij hoefden daarvoor geen vergunning aan te vragen, een melding van de berekende stikstofbelasting was voldoende. Maar door een uitspraak van de Raad van State in 2019 moeten PAS-melders nu alsnog over een vergunning beschikken. Sinds 2018 ontving de provincie verschillende verzoeken om bij PAS-melders te gaan handhaven.
Naast het afhandelen van handhavingsverzoeken, zetten we toezicht en handhaving daarom in voor het opsporen en handhaven van bedrijven die nog geen vergunning hebben.