Sallandse Heuvelrug

Dat hebben we gedaan door bos te kappen op drie plekken. In het oosten (aan de kant van Zuna), het noordwesten (aan de kant van Twilhaar) en het zuidwesten (in de buurt van Holten). Op deze manier herstellen we de verbinding tussen de heide en het landschap eromheen. Zo krijgen veel planten en dieren meer ruimte. Ook kunnen dieren, zoals de jongen van de wulp, dan naar plekken in de omgeving waar ze veel voedsel kunnen vinden. Voor bomen die we kappen in Natura 2000-gebieden planten we ergens anders nieuwe bomen. Lees meer over de bossenstrategie

• De bovenste laag eraf halen: op een aantal plekken hebben we de bovenste grondlaag met de heide weggehaald. Dat heet plaggen. Zo helpen we nieuwe heide te ontwikkelen en moedigen we groei van de jeneverbes aan. Eerst geeft dat wel een kaal beeld. Nu, enkele jaren later, komt voorzichtig de nieuwe heide op.
• Delen van de heide afbranden: zo komt er afwisseling in oude en jonge heide. Dat levert meer verschillende plant- en diersoorten op, oftewel meer biodiversiteit. Waar de heide is weggebrand, loopt de heide opnieuw uit. Ook ontkiemen nieuwe zaden van verschillende planten in de grond. De as die ontstaat na brand, heeft een positief effect op allerlei planten en daardoor ook op insecten. En die zijn weer voedsel voor vogels als de nachtzwaluw, korhoen en nachttapuit.
• Schaapskuddes laten grazen: zo komt er meer verschil in de opbouw van de heide. De schapen gaan op allerlei plekken lopen.
• Maaien: op een aantal plekken hebben we de heide gemaaid.
• Kalk strooien: over een groot deel van de bestaande heide, zo’n 100 hectare, hebben we steenmeel uitgestrooid om de verzuurde bodem te herstellen. Steenmeel is een verzamelnaam voor heel fijngemalen gesteente. Dat hebben we gedaan om de juiste mix van voedingsstoffen terug in de bodem te krijgen.

We willen uitsterven voorkomen van de laatste korhoenders in Nederland. We hebben daarom korhoenders uitgezet op de Sallandse Heuvelrug.

Daardoor komen er veel bloemen. Bloemen zijn voedsel voor insecten, vogels en andere dieren. We hebben we op allerlei plekken zadenmix ingezaaid. In totaal op ongeveer 5 hectare.

In die zandkuilen kunnen insecten en reptielen nestelen en opwarmen. De zandkuilen zijn op een aantal plekken op de Sallandse Heuvelrug gemaakt.

De eendenplas, het Hellinghoogveen en verschillende poelen zijn hersteld.

We hebben de verbinding tussen de Zunasche Heide en de Sallandse Heuvelrug gerepareerd en de bodem verbeterd. Die verbinding was er vroeger. Door herstel hiervan krijgen allerlei soorten planten en dieren meer ruimte om te leven.

We verbeteren de kwaliteit van het gebied door droge en natte heide af te wisselen.

Dat doen we door:

De natte heide uit te breiden. Dat doen we op 4 manieren:

1. We hebben singels en bosjes weggehaald in het centrale deel van de Zunasche Heide. Dat is ongeveer 10 procent van de hele Zunasche Heide.

2. We hebben in het zuidoosten bij enkele percelen de toplaag van de bodem verwijderd. Daarin zit veel voedsel. Zo kan heide zich ontwikkelen.

3. Het verplaatsen van sloten en greppels. Dat hebben we in het zuidoosten gedaan.

4. 10 hectare natuurakkers en 14 hectare droge schraalgraslanden te maken bij de overgang met de droge heide.