Gebiedsgerichte Aanpak Noordwest-Overijssel

Om de effecten van veenweidegebieden te beperken, werken we in Overijssel samen binnen de Gebiedsgerichte aanpak Noordwest-Overijssel.

Hoofddoelen

In deze aanpak werken we aan de volgende twee hoofddoelen in een gebiedsproces wat heel Noordwest-Overijssel beslaat:

  1. Het verminderen van stikstofuitstoot, volgens de Wet stikstofreductie en natuurverbetering.
  2. Het verminderen van bodemdaling en de uitstoot van broeikasgassen in het veenweidegebied, zoals afgesproken in het Klimaatakkoord.

Samenwerking

Samenwerking is hierin van groot belang. In Noordwest-Overijssel werken we samen met verschillende gebiedspartners, waaronder het Rijk, gemeenten, terreinbeheerders, het waterschap, agrarische collectieven en andere belanghebbenden. In de verschillende deelgebiedscommissies van Noordwest-Overijssel, werken we met partners gezamenlijk aan de doelen. In Noordwest-Overijssel hebben we de volgende deelgebiedscommissies:

  • Staphorsterveld
  • Polder Mastenbroek en Kamperveen
  • Wieden Weerribben

De Gebiedsgerichte Aanpak Noordwest-Overijssel (GGA NWO) heeft een aantal uitgangspunten. Deze richten zich onder andere op toekomstperspectieven voor de middellange termijn (2030) en de lange termijn (2050). Hierbij staan de leefbaarheid en de economische en ecologische waarden centraal, zodat Noordwest-Overijssel een fijne plek blijft om te werken, wonen en recreëren. Met deze aanpak draagt de GGA NWO ook bij aan de Overijsselse 3x3-aanpak. Binnen deze aanpak werken we aan een goed sociaaleconomisch perspectief, een toekomstperspectief voor de landbouwsector, en het herstel van natuur, watersystemen en het klimaat. 

Gebiedsprocessen

In verschillende koploperprojecten werken groepen boeren met een gebiedsgerichte aanpak aan de uitdagingen die spelen op het Overijsselse platteland. Hierbij wordt gekeken naar de wensen en behoeften van het gebied. In deze koploperprojecten brengen gebiedspartners hun kennis en vaardigheden over. In Noordwest-Overijssel dragen deze koploperprojecten ook bij aan de doelen van de GGA NWO.  

In Noordwest-Overijssel dragen de volgende zeven koploperprojecten bij aan oplossingen voor deze belangrijke uitdagingen: 

  • Gebiedsproces Baarlingerpolder
  • Boeren Blokzijl
  • Gebiedsproces Veldiger Binnenlanden
  • Boeren Rouveen
  • Gebiedsproces De Melm
  • Gebiedsproces Polder Giethoorn
  • Gebiedsproces Zuiderzeepolder

Proeftuin Veenweide

In de ‘Proeftuin veenweide’ zoeken we naar manieren om de nadelige effecten van veenweidegebieden te verminderen. Oplossingen die goed werken en aansluiten bij het gebied, willen we uitvoeren in de Regionale Veenweidestrategie. Het rapport ‘Bouwstenen voor Veenweidestrategie 2.0’ biedt hiervoor een eerste opzet met mogelijke maatregelen die zouden kunnen helpen. Welke maatregelen echt werken en het beste bij het gebied passen, is nog niet helemaal duidelijk. Daarom gaan we dit in de ‘Proeftuin veenweide’ verder onderzoeken.  

In deze proeftuin voeren we verschillende pilots uit. Op kleinere percelen kijken we hoe de voorgestelde maatregelen voor water- en bodembeheer uitpakken. De resultaten van deze proeven, samen met andere nieuwe inzichten, vormen uiteindelijk de basis voor de Regionale Veenweidestrategie 2.0. Daarin staat welke maatregelen we het beste kunnen uitvoeren. Deze voeren we vervolgens uit in de Regionale veenweidestrategie 3.0.

Regionale Veenweidestrategie

In 2020 stuurde het Ministerie van Landbouw, Natuur en Visserij het veenplan naar de Tweede Kamer gestuurd. Hierin staat dat de regionale strategie voor veenweidegebieden in drie fasen verloopt. Deze fasen zijn ontworpen om de nodige kennis te verzamelen en mogelijke maatregelen te formuleren om bodemdaling in het veenweidegebied te verminderen. Daarmee draagt de regionale veenweidestrategie bij aan het terugdringen van de negatieve effecten.  

Drie fasen: weten, willen en werken

De regionale veenweidestrategie kent drie fasen: weten, willen en werken. In de laatste fase (Regionale Veenweidestrategie 3.0) zetten we de verzamelde kennis om naar een strategie voor uitvoering.