Paasvuren

Als organisator van een paasvuur zijn er twee manieren om aan te tonen dat een paasvuren geen effect heeft op Natura 2000-gebieden.  

• De eenvoudigste manier is om te toetsen met behulp van de tabel die opvraagbaar is via het Overijssel loket (De bij de provincie bekende organisatoren van paasvuren hebben een brief ontvangen incl. tabel). Met het volume snoeihout (in m3) en de afstand van de locatie tot het dichtstbijzijnde Natura 2000-gebied zijn twee opties mogelijk. De tabel laat zien dat het paasvuur geen effect heeft. Het paasvuur kan doorgaan op de locatie en in de omvang die getoetst is. Er is dan geen AERIUS-berekening1 nodig. Een positieve tabeltoetsing geeft aan dat paasvuur zeker door kan gaan. Een effect is dan op basis van tabeltoetsing uitgesloten.  

• Bij een negatief resultaat van tabeltoetsing is er wel een AERIUS-berekening nodig. Op basis van de tabel kan een effect namelijk niet worden uitgesloten. Of er daadwerkelijk een effect is of niet, dat moet blijken uit een AERIUS-berekening. Die kan en zal in veel gevallen gunstiger uitpakken dan tabeltoetsing. Voor het maken van een AERIUS-berekening raden wij aan om een ecologisch adviseur in te schakelen. Provincie Overijssel vergoedt de kosten van dit advies.  

Als u een AERIUS-berekening laat opstellen, dan kunt u zelf een offerte opvragen bij een adviseur. U stuurt de offerte toe naar het Overijssel loket (overijsselloket@overijssel.nlVerwijst naar een andere website). onder vermelding van ‘OFFERTE PAASVUUR’, de contactgegevens, de locatie van het paasvuur, het volume snoeihout en “inkoopdocumentnummer 4500025508”. Na goedkeuring van de offerte kan de adviseur aan de slag te gaan. Na afronding van de berekening kan de adviseur de factuur indienen bij het Overijssel loket (overijsselloket@overijssel.nlVerwijst naar een andere website), onder vermelding van Paasvuur + de locatie, en “inkoopdocumentnummer 4500025508”. 

Als de tabel en de AERIUS-berekening beide aangeven dat het paasvuur een effect heeft, dan kunt u met aanpassingen proberen dit effect weg te nemen door een van onderstaande opties: 

• het verplaatsen van het vuur naar een locatie op grotere afstand van het Natura 2000-gebied; 

• het verkleinen van het volume snoeihout. Het is in dat geval het beste dat u een kleiner volume of een andere locatie in AERIUS invoert (samen met uw adviseur) en de berekening met de nieuwe gegevens opnieuw doet.   

• De mogelijkheid staat open om voor het evenement een natuurvergunning aan te vragen. Praktisch schatten wij de kans dat u een vergunning krijgt echter heel laag in omdat veel Natura 2000 gebieden al overbelast zijn met stikstofdepositie.  

Meer informatie over vergunningen gebiedsbescherming te vinden op het Overijssel LoketVerwijst naar een andere website. Op deze pagina staan ook brochures over evenementen en gebiedsbescherming en evenementen en soortenbescherming. 

Tref onderstaande maatregelen om aan de zorgplicht voor beschermde dieren te voldoen: 

• voor opbouw van de paasbult controleren of op de locatie en in de directe nabijheid geen nest- of rustplaatsen van beschermde dieren aanwezig zijn; 
• de opbouwperiode en de tijd tussen afronding van bouwen en het aansteken zo kort mogelijk houden; 
• in deze korte periode zorgen voor veel verstoring rond de paasbult, om dieren af te schrikken. Denk hierbij ook aan schriklinten voor vogels. Het is voor dieren dan onaantrekkelijk om zich in de paasbult te gaan vestigen; 
• waar mogelijk maatregelen nemen om de paasbult ontoegankelijk te maken voor dieren. Dit kan door bijvoorbeeld een strook laag gaas rondom de paasbult, of het afdekken van de paasbult.  

Als u deze maatregelen treft is specialistisch ecologisch onderzoek niet nodig. Er is een mogelijkheid om kosten voor deze maatregelen vergoed te krijgen. Stuurt u daarvoor een onderbouwd verzoek naar het Overijsel loket (overijsselloket@overijssel.nlVerwijst naar een andere website). 

Nee. Om juridische redenen is dit niet mogelijk. De rechter heeft een aantal uitspraken gedaan over vergunningverlening op basis van bestaand gebruik. Bestaand gebruik is aan de orde als er ten tijde van de aanwijzing van de betreffende Natura 2000-gebieden op grond van de milieuregelgeving vergunde rechten waren om bepaalde activiteiten uit te voeren. Voor bestaand gebruik moet er ten tijde van de aanwijzing sprake zijn geweest van een 'doorlopende toestemming'. Er is geen enkel voorbeeld van een evenement waarvoor een dergelijke 'doorlopende toestemming' is verleend. Daarom kan bij evenementen geen bestaand gebruik vastgesteld worden. 

Met het rekenprogramma AERIUS zijn de stikstofdepositie berekend van verschillende combinaties van volumes snoeihout (van 25 m3 oplopend tot 2.500 m3) en afstanden tot Natura 2000-gebieden (van 250 meter oplopend tot 5000 meter). Op basis van die berekeningen hebben wij de tabel opgesteld. Voor een combinatie van volume en afstand die niet leidt tot stikstofdepositie van een Natura 2000-gebied (berekende depositie = 0,00 mol/ha/jr) heeft het vak een groene kleur en de tekst ‘akkoord’. Een dergelijke combinatie heeft geen effect op het Natura 2000-gebied en kan dus doorgaan. Bij een combinatie van volume en afstand die wel leidt tot berekende stikstofdepositie van een Natura 2000-gebied krijgt het vak een rode kleur en de tekst ‘AERIUS’. Een locatie-specifieke AERIUS-berekening kan namelijk een ander resultaat opleveren dan toetsing aan de tabel. Dat komt door de manier waarop AERIUS rekent. 

Bij vuur komt stikstof vrij, dat in de omgeving neerslaat (depositie). De windrichting en -kracht bepalen in sterke mate waar depositie plaatsvindt. We weten natuurlijk niet van tevoren welke windrichting er heerst op de avond van het paasvuur. AERIUS werkt daarom met een zogeheten windroos, die de verdeling geeft van windrichtingen door het jaar heen. Als voorbeeld is figuur 1 opgenomen. Deze windroos toont de verdeling van de wind in Twente naar windrichting voor de maand maart, gemiddeld over de laatste 20 jaar. Dit figuur laat zien dat de wind vaak uit het zuidwesten waait en weinig uit het noorden of zuidoosten. AERIUS berekent dan ook de meeste depositie (over de grootste afstand) ten noordoosten van een vuur en de minste depositie (over een kleine afstand) ten zuiden en noordwesten van een vuur.