Subsidie Verbeteren condities voor aandachtsoorten 4.0
Voor wie
Voor een particulier, een stichting, een vereniging, een BV, een NV, een maatschap, een ZZP’er, een v.o.f., een eenmanszaak of een kerkgenootschap.
Wat
Subsidie voor maatregelen die bijdragen aan het verbeteren van de leefgebieden van de aandachtsoorten zoals opgenomen in de Aandachtsoortenlijst.
Waarvoor
Voor de volgende activiteiten:
- Kleine projecten Aandachtsoorten: het treffen van maatregelen die bijdragen aan het doel van de subsidieregeling.
- Grote projecten:
- Maatregelen Poelen: de aanleg of het herstel van poelen of het bijbehorende leefgebied voor Kamsalamander, Boomkikker of Knoflookpad.
- Maatregelen Erven: maatregelen op en in de directe omgeving van erven voor de Kerkuil, Boerenzwaluw, Huiszwaluw, Ringmus, Grauwe vliegenvanger of Patrijs.
- Maatregelen Bosranden: het creëren van bosranden met mantels en zomen voor Klein wintergroen, Klein glidkruid, Anemonenbekerzwam, Kleine ijsvogelvlinder, Sleedoornpage, Bruine eikenpage, Ranonkelbij, Gewone kleine wespbij, Kauwende metselbij, Stronkmier, Boomkikker, Geelgors, Zomertortel, Kerkuil, Hermelijn, Das, Franjestaart, Bosvleermuis, Baardvleermuis, Bechsteins vleermuis, Brandts vleermuis, Rosse vleermuis of Gewone grootoorvleermuis.
- Maatregelen Heide: het verbeteren van de biotopen droge en vochtige heide en droge en vochtige heischrale graslanden.
- Het beschikbaar stellen van grond.
- Voorbereidingswerkzaamheden. Het gaat om het opstellen van een plan of organisatiekosten die leiden tot de uitvoering van de gekozen maatregelen.
Projectplan en richtlijnen
Kunt u de bestanden op deze pagina niet lezen of gebruiken?
Het Overijssel Loket helpt u graag verder: 038 499 88 99 (kies 1).
- Format projectplan ervenproject (juli 2021) (docx, 23 kB)
- Monitoring inventarisatie broedvogels ervenproject (juli 2021) (docx, 44 kB)
- NIEUW: Link om digitaal tellingen door te geven (jaarlijks voor 1 juli)
- Richtlijnen voor aanleg van houtwallen, singels en hagen (docx, 26 kB)
- Richtlijnen voor aanleg van kruidenrijke randen en ruigten (versie oktober) (docx, 21 kB)
- Richtlijnen voor aanleg van poelen en erfwateren (docx, 19 kB)
Voorbeeld van het formulier printen
Als u een overzicht wilt van de vragen die op uw project van toepassing zijn dan voert u de volgende actie uit:
- U opent het formulier.
- U kiest bij 'Inleiding' onderaan de pagina bij de vraag 'Ik log in met' voor de optie 'geen van beide'. Daarna drukt u op de knop 'Volgende'.
- Bij 'Voorwaarden' (en eventueel 'Voorwaarden -vervolg-') beantwoordt u de vragen zoals die op uw project van toepassing zijn. Daarna drukt u op de knop 'Volgende'.
- U klikt op de knop ‘Afdrukken’. U vindt deze aan de linkerkant van het formulier.
Informatie over de subsidie
- De aanvrager:
- voert communicatieactiviteiten uit met als doel om kennis te delen, projecten te genereren of op te starten;
- meet het effect van de maatregelen en monitort de resultaten van de activiteiten voor de planten- of diersoorten;
- is nog niet gestart met de activiteiten op het moment dat wij de subsidieaanvraag ontvangen.
- De maatregelen dragen bij aan minimaal één van de twee volgende doelen:
-
- het geschikt maken van de milieuomstandigheden voor aandachtsoorten in hun leefgebieden;
- het behoud of herstel van voldoende grote leefgebieden van goede kwaliteit door voldoende rust, geborgenheid en voedselbeschikbaarheid en de mogelijkheden voor soorten om zich te kunnen verplaatsen tussen delen van leefgebieden;
- worden uitgevoerd in Overijssel;
- het gaat om eenmalige maatregelen;
- dragen bij aan de versterking van de betreffende aandachtsoort. Dit blijkt uit referentie onderzoek of deskundige advisering. U vindt in de Maatregelentabel aandachtsoorten Overijssel een overzicht van bewezen effectieve maatregelen. U vindt deze onder het kopje 'Documenten die horen bij deze regeling';
- gaan niet over de weidevogels Grutto, Kemphaan, Scholekster, Tureluur en Wulp;
- zijn niet al binnen Natura 2000-maatregelen uitgevoerd of gepland.
-
- De aanleg van houtwallen, singels, hagen, kruidenrijke randen, ruigten, poelen of erfwateren is gebaseerd op de richtlijnen Verbeteren condities voor aandachtsoorten 4.0 die voor die aanleg gelden. U vindt deze onder het kopje 'Bijlagen'.
- Als er sprake is van grondgebonden maatregelen dan heeft de grondeigenaar toestemming gegeven.
- Het beheer en onderhoud van de maatregelen is voor minimaal zes jaar geregeld met uitzondering van instandhoudingsmaatregelen voor bloemrijke akkerrandenranden langs akkers en weilanden. Deze randen moeten tijdens de beheerperiode van 6 jaar gedeeltelijk gefreesd en opnieuw ingezaaid worden om het bloemrijke karakter van de randen te behouden.
- Er kan voor de activiteiten geen subsidie verstrekt worden op grond van de regeling Subsidie Natuur en Landschap (SNL), de Subsidieregeling Kwaliteitsimpuls Natuur en Landschap (SKNL) of via Groene en Blauwe Diensten (GBD).
De precieze voorwaarden en een toelichting op de gebruikte begrippen kunt u nalezen in het Uitvoeringsbesluit subsidies Overijssel 2022, hoofdstuk 1 en paragraaf 4.5 Verbeteren condities voor aandachtsoorten 4.0.
Kunststoffolies zoals landbouwplastics, vijverfolie of EPDM worden niet gebruikt voor de aanleg van vijvers en poelen.
- De maatregelen:
- worden uitgevoerd binnen de gebieden die zijn aangegeven op kaart 1: Zoekgebied poelen;
- kunnen zowel poelen als leefgebied aangrenzend aan de poel betreffen;
- leiden tot versterking of vergroting van bestaand leefgebied;
- voldoen aan de kenmerken van een geschikte poel en aan de richtlijnen voor de aanleg van een poel.
- Er worden minimaal 3 poelen aangelegd.
- De nieuw aan te leggen poelen moeten voldoende dicht bij andere poelen of voortplantingswateren liggen om te komen tot een effectief netwerk van wateren voor de betreffende aandachtsoort. Te denken valt aan een afstand van maximaal 350 meter.
- De poelen:
- zijn niet aangesloten op continue watervoerende waterlichamen;
- worden zo ingericht dat opschonen niet vaker dan 1 keer per 6 jaar nodig is.
- Het herstel of de aanleg van nieuwe poelen voldoet qua vormgeving aan de eisen voor voortplantingswateren voor Kamsalamander, Boomkikker of Knoflookpad. Dit betekent dat een poel aan de volgende eisen voldoet:
- een wateroppervlak van minimaal 300 m2 en maximaal 750 m2;
- voldoende zoninstraling;
- een geleidelijk oplopende noordoever (maximaal 1 meter stijging per 3 meter lengte);
- de bodem van een poel bevindt zich binnen het grondwaterpeil of de schijngrondwaterspiegel. Om lekkage tegen te gaan kan leem worden gebruikt;
- voor Kamsalamanders of Knoflookpadden hebben een diepte van 50-70 cm onder de gemiddelde laagste grondwaterstand.
- voor Boomkikkers hebben een diepte van 20-30 cm onder de gemiddelde laagste grondwaterstand.
- Om bladinval en schaduw te voorkomen is hoog opgaande begroeiing aan de zuid- en westkant onwenselijk.
- Vestiging van vis in de poelen moet worden voorkomen.
- In de directe omgeving van een poel is een geschikt landbiotoop aanwezig of deze wordt met het treffen van de maatregelen gerealiseerd. Het landbiotoop kan bestaan uit: ruigte of kruidenrijk grasland en houtwallen, heggen, hakhoutbosjes of stobbenwallen (winterbiotoop). Als de poel specifiek voor Boomkikkers wordt aangelegd, moet in het landbiotoop ook braamstruweel aanwezig zijn.
- Kunststoffolies zoals landbouwplastics, vijverfolie of EPDM worden niet gebruikt voor de aanleg van vijvers en poelen.
- De aanvraag omvat minimaal 5 erven.
- Er is een ruimtelijke of organisatorische samenhang tussen de deelnemende erven. Bij ruimtelijke samenhang gaan meerdere deelnemende erven lokaal samen aan de slag om de kwaliteit van de erven te verbeteren. Bij organisatorische samenhang maken erven van bedrijven deel uit van een organisatie die een biodiversiteitsdoelstelling nastreeft.
- De maatregelen:
- op ieder erf sluiten aan bij nabijgelegen bestaande natuur of agrarisch natuurbeheer, of waar deze verbonden gaan worden bij de betreffende erven, bij natuurvriendelijk ingerichte oevers en natuurvriendelijk beheerde bermen, bij het landschapselement, houtwal, singel, bosje of, als het wordt aangelegd in het leefgebied van de Kamsalamander, Boomkikker of Knoflookpad, een poel;
- bestaan uit het creëren van nestgelegenheid voor Kerkuil, Huiszwaluw, Boerenzwaluw, Grauwe vliegenvanger of Ringmus in combinatie met biotoopverbetering, waar ook andere aandachtsoorten zoals Patrijs, Geelgors en Hermelijn van profiteren. De combinatie van maatregelen zorgt er voor dat een totaal leefgebied, zowel foerageergebied, rustgebied als voortplantingsgebied, voor genoemde soorten gecreëerd wordt;
- kunnen aangelegd worden op en in directe verbinding met erven;
- betreffen geen onderhoudsmaatregelen, dunnen, opschonen van dichtgegroeide poelen, bijenhotels en vleermuizenkasten en minder kostbare maatregelen zoals takkenrillen.
- De planten worden geplant tussen 1 september en 1 januari.
- De maatregelen:
- omvatten inrichtingsmaatregelen om te komen tot bosranden met mantels en zomen die daarna als hakhout beheerd kunnen worden in:
- de overgang van open land naar bos of stroken langs boswegen;
- de ontwikkeling binnen open land naar structuurrijke vegetaties.
- vinden plaats door de bosrand over een lengte van minimaal 1.000 m terug te zetten. De bosrand is voldoende breed om zonlicht toe te laten en variërend in breedte en begroeiing om te komen tot een kruidenrijke en structuurrijke rand. De voorgenomen kap van bomen is goed onderbouwd en er heeft vooraf overleg over plaatsgevonden met omwonenden en de provincie Overijssel;
- vinden plaats op basis van een plan voor een gebied waar bosrandzomen in samenhang kunnen worden ontwikkeld. In het plan wordt aangeven hoe de bosranden worden beheerd en op welke wijze gecommuniceerd wordt over de inrichting van de bosranden.
- omvatten inrichtingsmaatregelen om te komen tot bosranden met mantels en zomen die daarna als hakhout beheerd kunnen worden in:
- Als uitlopen, natuurlijke opslag of variatie in bomen achterwege blijft, dan is inplanten met inheemse soorten in de mantel noodzakelijk. Om te voldoen aan de Wet Natuurbescherming moet de bosrand op een bosbouwkundig verantwoorde wijze worden herbebost. Als uitlopen natuurlijke opslag of variatie in bomen niet in voldoende mate plaatsvindt is inplanten in de mantel met inheemse soorten die passen bij de regio noodzakelijk.
- De maatregelen:
- dragen bij aan de versterking van het leefgebied van de Blonde zegge, Blauwe knoop, Heidekartelblad, Vetblad, Melkviooltje, Draadgentiaan, Kleine tijm, IJslands mos, Bruine eikenpage, Bruine vuurvlinder, Kommavlinder, Gentiaanblauwtje, Zilveren maan, Aardbeivlinder, Ericabij, Heidewespbij, Gewone kleine wespbij, Ranonkelbij, Paardenbloembij, Stronkmier, Adder, Tapuit of Veldleeuwerik;
- de maatregelen gaan over:
- het verbinden van heideterreinen of heischrale graslanden die op korte afstand van elkaar zijn gelegen. Waardoor het leefgebied wordt vergroot en versterkt en uitwisseling van deelpopulaties mogelijk wordt. De te realiseren verbinding bestaat uit droge- of vochtige heide of droog of nat heischraal grasland. Voldaan moet worden aan de herplantplicht indien van toepassing;
- het kruidenrijker maken van heideterreinen door kruidenrijke randen of kleine veldjes (akkertjes) met een mengsel van granen en inheemse akkerkruiden in te zaaien direct naast of op bestaande heideterreinen, nadat de aanwezige vegetatie zeer diep is weggemaaid of gechopperd en daarna gefreesd. De randen of veldjes mogen niet groter zijn dan 10 are;
- het realiseren van nestgelegenheid.
- worden getroffen bij terreinen met heide, voormalige heide of heischraal grasland, waar de genoemde aandachtsoorten nog voorkomen en natuurbeheer ten behoeve van de doelsoorten gewaarborgd is, of waar heideterreinen of schraalgraslanden met elkaar kunnen worden verbonden;
- Bij het verbinden van kleine heideterreinen of schraalgraslanden heeft de aan te leggen verbinding een minimale breedte van 25 meter. Na verwijdering van de begroeiing dient het beheer gericht te zijn op droge of natte heide of droog of nat heischraal grasland.
Het beschikbaar stellen van grond:
- geldt alleen voor maatregelen heide (activiteit 2d).
- kan alleen als de herbeplantingsverplichting niet ingevuld kan worden door spontane bosontwikkeling, maar ergens anders gerealiseerd moet worden.
U stuurt volgende bijlagen mee met uw aanvraag.
- Een overzichtskaart op minimaal schaal 1:25.000 waarop de ligging van het gebied waar de maatregelen worden uitgevoerd is aangegeven op minimaal schaal 1:25.000 en detailkaarten óf luchtfoto’s op minimaal schaal 1:2.500 waarop de huidige en toekomstige situatie is aangegeven. Voor de maatregelen Erven wordt een detailkaart per erf aangeleverd.
- Als er sprake is van grondgebonden activiteiten: de ondertekende afspraken of toestemming van de grondeigenaar. Als de grondeigenaar nog geen toestemming heeft gegeven, wordt de subsidie verstrekt onder voorbehoud van het verkrijgen van die toestemming.
- Een projectplan volgens het format Projectplan Verbeteren condities voor soorten op orde algemeen. U kunt deze opvragen bij het Overijssel Loket, telefoon 038 499 88 99 (kies 1) of subsidie@overijssel.nl.
- Een bewijs van bankrekening als u niet eerder subsidie van ons heeft ontvangen of als uw rekeningnummer is gewijzigd. Bijvoorbeeld een kopie van een bankafschrift of bij telebankieren een schermprint. Naam en rekeningnummer moeten zichtbaar zijn. Let op: stuur geen kopie van uw bankpas mee.
- Een ondertekende machtiging als u dit formulier invult als gemachtigde. U kunt hiervoor gebruik maken van ons voorbeeld Machtiging.
Extra bijlagen voor de activiteiten 2a (poelen) en 2b (erven):
- Een projectplan en detailbegroting. U moet gebruik maken van het format projectplan ervenproject. U vindt deze onder het kopje 'Projectplan en richtlijnen'.
Let op: in het projectplan vragen wij nog om de volgende bijlagen mee te sturen:- Overzicht NAW-gegevens deelnemers;
- Machtiging/intentieverklaringen;
- Detailkaarten/luchtfoto’s en erfadviezen van alle deelnemers (schaal 1:2500);
- Overzichtskaart gebied met de erven (schaal 1:25.000);
- Overzicht detailbegroting per erf.
In het formulier kunt u maximaal 100 MB aan bijlagen uploaden. Wij raden u aan om de gevraagde bijlagen digitaal beschikbaar te hebben voordat u aan het invullen begint.
U vraagt de subsidie aan met het aanvraagformulier Verbeteren condities voor aandachtsoorten 4.0. In het formulier kunt u ook de gevraagde bijlagen uploaden.
Onze aanvraagformulieren zijn digitaal
U kunt op drie manieren inloggen op onze formulieren:
- Met DigiD.
Te gebruiken door particulieren (uw NAW-gegevens worden voor u ingevuld) of door medewerkers van organisaties die niet beschikken over eHerkenning (er worden geen privégegevens zoals NAW gevraagd of opgeslagen). Het formulier kan tussentijds worden opgeslagen. - Met eHerkenning (niveau EH2).
Te gebruiken door medewerkers van organisaties die beschikken over eHerkenning. Het formulier kan tussentijds worden opgeslagen. - Met geen van beide.
Door iedereen te gebruiken. U moet het formulier wel in één keer invullen en verzenden. U kunt het formulier namelijk niet tussentijds opslaan.
Als u inlogt met DigiD of eHerkenning dan worden uw ingevulde gegevens automatisch opgeslagen nadat u op de knop 'Volgende' heeft gedrukt. Uw opgeslagen formulier kunt u daarna terugvinden in het klantportaal MijnOverijssel.
Wij handelen de aanvragen af in volgorde van ontvangst van volledige aanvragen
Dit is met alle gevraagde bijlagen. Wij verlenen de subsidies totdat het beschikbare budget bereikt is.
Volledigheidstoets
Wij vragen om een aanvulling als een aanvraag niet volledig is. De aanvraag is volledig op het moment dat wij de gevraagde gegevens ontvangen.
De behandeltermijn van uw aanvraag is maximaal 13 weken.
- Voor de volgende specifieke maatregelen gelden de volgende maximale subsidiabele tarieven:
- € 100,- als er sprake is van een solitaire boom inclusief het planten en toebehoren;
- € 75,- als sprake is van een kerkuilenkast;
- € 500,- als er sprake is van erfwater;
- € 2.500,- als er sprake is van de aanleg van een poel;
- € 0,67/m² voor de aanleg (inclusief zaaimengsel) van een kruidenrijke rand;
- € 0,16/m² voor het in stand houden van de kruidenrijke rand voor de totale periode van 6 jaar;
- € 0,08/m² voor het in stand houden van een ruigtestrook of natuuroever;
- € 0,83/m² voor de aanleg van een natuuroever (afgraven talud, plaatsen afrastering).
- Kosten voor inzaai of herplant zijn komen alleen voor subsidie in aanmerking als dit plaats vindt met inheemse soorten passend bij de regio waar de maatregelen worden uitgevoerd.
- Als er sprake is van maatregel Heide dan is waardedaling van de landbouwgrond subsidiabel. Deze waardedaling komt alleen voor subsidie in aanmerking als:
- de waardedaling is gebaseerd op het verschil in marktwaarde voor en na de voorgenomen maatregel en inrichting tot bosgrond;
- de waarde van de grond door een onafhankelijke deskundige wordt getaxeerd;
- de waardedaling maximaal 10% van de totale kosten van de maatregel is.
- De subsidie voor activiteit 1 (kleine projecten) is maximaal 80% van de kosten die voor subsidie in aanmerking komen, met een maximum van € 10.000,- per aanvraag.
- De subsidie voor activiteit 2A (poelen) is maximaal 80% van de kosten die voor subsidie in aanmerking komen, met een maximum van € 30.000,- per aanvraag.
- De subsidie voor activiteit 2B (erven) is maximaal 80% van de kosten die voor subsidie in aanmerking komen, met een maximum van € 100.000,- per aanvraag en een maximum per erf van € 5.000,-.
- De subsidie voor activiteit 2C (bosrand) is maximaal 75% van de kosten die voor subsidie in aanmerking komen, met een maximum van € 50.000,- per aanvraag.
- De subsidie voor activiteit 2D (heide) is maximaal 75% van de kosten die voor subsidie in aanmerking komen, met een maximum van € 100.000,- per aanvraag.
- De subsidie voor activiteit 3 (beschikbaar stellen van grond) is maximaal 100% van de waardevermindering, met een maximum van 85% van de waarde van de grond als landbouwgrond.
- De subsidie voor activiteit 4 (voorbereidende werkzaamheden) is maximaal 25% van de kosten die voor subsidie in aanmerking komen van de maatregelen genoemd onder de activiteiten 1 t/m 2D.
Subsidieplafond voor 2022 en 2023 totaal: € 1.050.000,-. Er geldt een deelplafond van:
- € 150.000,- voor activiteit 1.
- € 150.000,- voor activiteit 2A (poelen).
- € 250.000,- voor activiteit 2B (erven).
- € 200.000,- voor activiteit 2C (bosrandzones).
- € 300.000,- voor activiteit 2D (heide).
U kunt het hele jaar aanvragen of totdat het budget bereikt is.
Kaarten
Contact
Neem voor advies en ondersteuning contact op met Martin Bruins, beleidsmedewerker van Natuur voor Elkaar. U kunt hiervoor mailen naar M.Bruins@overijssel.nl.
Documenten die horen bij deze regeling
Format begroting
Maak bij voorkeur gebruik van ons ‘Format begroting’ onder het kopje Downloads. Als u een eigen begroting wilt indienen, let er dan op dat deze aan een aantal eisen voldoet. Meer informatie vindt u op onze pagina Kostensoorten.
Machtiging
Als u iemand anders vraagt om de subsidie voor u aan te vragen stuur dan een ondertekende machtiging mee. U kunt ons voorbeeld gebruiken.