De kracht van Oost-Nederland
De kracht van Oost-Nederland: 'Je ziet het als je het door hebt'
In het oosten komt de zon eerder op
De stemming zat er goed in, in het PEC Zwolle stadion begin december 2016 bij de lancering van de uitkomsten van het onderzoek naar de Kracht van Oost Nederland. Een kleine vierhonderd belangstellenden luisterden naar de toch wel juichende verhalen over Gelderland en Overijssel: het oosten. De zon komt er eerder op, er heerst een ‘stille kracht’ en de toekomst lonkt. Mits er bovenlokaal samengewerkt wordt. Het oosten blijft als gebruikelijk met beide benen op de grond, want er moet gewerkt worden.
De kracht van Oost-Nederland
De provincies Gelderland en Overijssel gaven opdracht tot de studie 'De kracht van Oost-Nederland'. Daarin analyseerden zes gezaghebbende wetenschappers de concurrentiepositie van Oost-Nederland. Inzichten vanuit economische geografie, bestuurskundige kennis en de identiteit van de gebieden werden gecombineerd. Tijdens een congres op 6 december 2016 werden de resultaten gepresenteerd.
Minister Henk Kamp (Economische Zaken) roemde het onderzoeksinitiatief. “Knap wat u hier als twee provincies samen hebt neergelegd; een diepgravend en breed onderzoek waar u mee verder kunt in deze mooie, dynamische regio.” Hij nam als eerste de onderzoeksbrochure in ontvangst en zette zijn handtekening onder de Citydeal Clean Tech Regio. Burgemeester Andries Heidema van Deventer presenteerde dit afvalvrij en energieneutraal project in de Stedendriehoekgemeenten.
Een ijzeren arbeidsmoraal
De voortekenen wezen er op maar nu is het dan ook wetenschappelijk bewezen: het oosten doet het economisch gezien beter dan gemiddeld. Het aantal bedrijven in de regio groeit gestaag en de banengroei neemt sneller toe dan in de rest van Nederland. De werkloosheid ligt structureel laag. De regio Zwolle doet het als voortrekker uitstekend met gestaag groeiende en stabiele bedrijven in sterke sectoren als ‘chemie’ en materialen’. Opvallend genoeg kwam de Noord-Veluwe, met haar christelijk agrarische identiteit, sterk naar voren. Oost-Nederland ontwikkelt zich sneller dan de rest van Nederland en kan zich qua concurrentiepositie op een aantal punten meten met de top van de wereld. De regio kan schokken prima opvangen, zeggen de onderzoekers. “Dat is vaker gedaan –denk aan de textielindustrie- en dat gebeurt hier nog steeds; door een ijzeren arbeidsmoraal, bedrijven die elkaar helpen en door vakmanschap” Gekeken werd naar vestigingsvoorwaarden, concurrentiepositie, naar de ‘rijzende sterren’, naar kansen, bedreigingen en zwaktes. Niet eerder was de regio zo grondig en gedetailleerd in kaart gebracht.
“De kracht van Oost is ook de kunst in Overijssel. Daar zit veel potentieel. Bij het maken van toekomstplannen moet worden samengewerkt met kunstenaars!” - Schrijver Dirk van Weelden
Videoverslag congres 'de Kracht van Oost-Nederland'
Van Joppiesaus tot prijswinnende bruggen
Hospers deed voor het publiek een boekje open over de stille kracht van oost. Van eitjes uit Barneveld (FoodValley), friet van Aviko, blauwe belastingenveloppen uit Eerbeek, superschepen van Bodewes Hasselt, vuilnisbakken uit Vriezenveen, Ketchup uit Elst, Amsterdamse paaltjes uit Zelhem en bedden uit Deventer. Het oosten produceert een enorme variëteit aan producten - waaronder veel duurzame - op het gebied van voeding, gezondheid, welzijn, lifestyle, sport, kennis en kunde. “Tradities, trends en trots!” zegt Hospers, zelf afkomstig uit het Twentse. “In Enschede komt de zon vijf minuten eerder op dan in Amersfoort. De haan kraait hier vroeger, dat zie je op de A1. Daar zie je ’s ze ochtends gaan, in alle vroegte, de busjes vol pendelaars, zij die graag wonen in het oosten, maar werken in een brede regio. Op plekken in het groen, waar je met gemak een vakantieadres zou verwachten, worden hier de topproducten gemaakt”
De wijzen kwamen uit het oosten, volgens de onderzoeker. De economie mag zich verheugen in de confessionelen uit de Bijbelgordel. “Daar wordt hard gewerkt, in ‘het zweet des aanschijns’ – in vaak succesvolle, stabiele familiebedrijven, op de Veluwe, maar ook in Rijssen en Twente. Ook in de Hanzesteden heerst een hoog arbeidsethos. Dat, gecombineerd met een hoge netwerkdichtheid, verklaart een deel van het succes van het oosten.”
Geen dichtgetimmerde probleemstelling
In internationaal verband gaan grote regio's er steeds meer toe doen. Steeds vaker slaan ze de handen ineen om zich samen te versterken. De Randstad en de Brainportregio Eindhoven deden dat al eerder. Oost-Nederland blijft niet achter. De provincies Gelderland en Overijssel gaven samen opdracht voor het onderzoek naar de 'Kracht van Oost'.
Er is meer nieuw aan dit onderzoek. De onderzoekers kregen de vrije hand in hun analyse. Ze hanteerden geen dichtgetimmerde probleemstelling om bestaand beleid te rechtvaardigen. Nieuw is ook dat er gekeken is naar trends op andere schalen; provincies én regio's en hoe die van elkaar afhankelijk zijn.
Het onderzoek en de onderzoekers
Zes wetenschappers bundelden hun kennis om het oosten economisch te ontleden. Het rapport 'Kracht van Oost-Nederland is samengesteld door Prof. dr. O.A.L.C. (Oedzge) Atzema, hoogleraar Economische Geografie aan de Universiteit Utrecht, Prof. dr. P.P. (Pieter) Tordoir, hoogleraar economische geografie en planologie aan de Universiteit van Amsterdam, Prof. dr. F.G. (Frank) van Oort, hoogleraar Stedelijke Economie en Ruimtelijke Planning aan de Universiteit Utrecht en buitengewoon hoogleraar Stedelijke en Regionale Economie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, Prof.dr. G.J. (Gert-Jan) Hospers, economisch geograaf aan de Universiteit Twente en bijzonder hoogleraar City- en Regiomarketing aan de Radboud Universiteit, Piet Renooy, sociaal-geograaf en manager van onderzoek- en adviesbureau Regioplan in Amsterdam, Prof. dr. ing. Geert Teisman (1956) is bestuurskundige en hoogleraar aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.
De Onderzoekers
Wie zijn ze? | |
---|---|
Prof. dr. ing. Geert R. Teisman is hoogleraar bestuurskunde Erasmus Universiteit Rotterdam.
Hij participeert in diverse innovatienetwerken tussen overheid. |
![]() |
Prof. dr. Oedzge A.L.C. Atzema is hoogleraar Economische Geografie aan de Universiteit Utrecht en directeur van het Expertisecentrum voor Stedelijke Dynamiek & Duurzaamheid (ESD2) van de UU. | ![]() |
Prof. dr. Gert-Jan Hospers (Enschede, 1974) is economisch geograaf aan de Universiteit Twente en bijzonder hoogleraar City- en Regiomarketing aan de Radboud Universiteit. | ![]() |
Bekijk de foto's
Bekijk de foto's van het congres 'De Kracht van Oost-Nederland', op 6 december 2016 in het Mac3Park stadion Zwolle.
Kijk over grenzen
Professor Oedzge Atzema, hoogleraar Economische Geografie aan de Universiteit van Utrecht spreekt van een uniek onderzoek. “Allereerst omdat Gelderland en Overijssel gezamenlijk opdrachtgever waren. Bovendien kregen we de vrije hand in wat we analyseerden en hebben we goed kunnen kijken naar de trends op verschillende schaalniveaus; provincies én regio’s en de afhankelijkheid tussen die verschillende schalen. We hebben de topfactoren en de koplopers in beeld gebracht in alle sectoren en het regionale combinatievermogen. Met de nadruk op de internationale concurrentiekracht en de bovenregionale, sociaaleconomische relaties.” Atzema deed de nodige aanbevelingen: “Kijk over de grenzen van de regio. Zet ‘bedrijfsgericht beleid’ op; regionale economie is mensenwerk. Ondernemers zijn het zout in de pap. Vermijd onnodige beleidsconcurrentie. Bedrijven passen zich continue aan en opereren op internationale markten. Maar de lokale politiek en ambtenarij acteert nog vaak op plaatselijk niveau, daar overheerst meestal lokaal belang. Veerkracht van de regionale economie vraagt juist om het voorkomen van die onderlinge beleidsconcurrentie!” Overheden zouden op een meer ‘aanpassende’ manier de eigenheid van hun stad en streek kunnen versterken. Bijvoorbeeld door het vasthouden of terugvragen van jongeren, door relaties buiten de regio aan te gaan en door het opnemen van buitenlandse werknemers en vluchtelingen. “Eenheid in verscheidenheid zou een mooi motto voor Oost-Nederland kunnen zijn” aldus Atzema.
Niet alles is rozengeur en maneschijn. De bereikbaarheid kan in Overijssel beter (Gelderland doet het op dat vlak goed) en in topfactor kennis valt nog het nodige te doen. Overijssels Commissaris van de Koning Ank Bijleveld-Schouten nuanceerde: “Met wat we nu weten over de kracht van het oosten hebben we ook handelingsperspectief. Nu we exact de feiten kennen kunnen we verder werken en samen de uitdagingen voor de toekomst oppakken!”
Het Japan van Nederland
“Matsimi? Matsiku!” – zó zit de oosterling in elkaar volgens Gert-Jan Hospers, economisch geograaf aan de Universiteit van Twente. En nee, dat is geen onbegrijpelijk Japans, maar Twents, vrij vertaald: “Mats jij mij, dan mats ik jou.” Hospers onderzocht cultuur en mentaliteit van de oosten, van de bijbelgordel tot de nieuwe Hanze, waar dominee en koopman elkaar vinden. Waar kerktorenpolitiek en dorpisme nog voorkomen en de buitenstaander zich moet ‘invechten’. Maar nieuwe netwerken en bovenlokale samenwerking helpen de mens daarbij vooruit.
Het zijn ook vaak clichés die domineren in het denken over het oosten. “Maar wat maakt dat uit? We zijn te bescheiden. Sommigen denken zelfs dat we ons moeten profileren met die bescheidenheid. Dat lijkt me paradoxaal. We moeten onze kampioenen koesteren en trots zijn. Niet alleen op de ‘groten’ –zoals Grolsch- die zijn het topje van de ijsberg. De stille kracht zit daaronder.” aldus Hospers.
Triple helix, de heilige graal
“Een situatie waarin bestuurders wetenschappers serieus nemen, en dat transparant maken voor burgers.” zo vertaalde hoogleraar bestuurskunde Geert R. Teisman de term triple helix, ofwel de heilige graal voor de toekomst. Feitelijk is het Triple helix-model model gebaseerd op de samenwerking van 3 partijen: de overheid (het uitoefenen van wetgevende controle, het onderwijs (‘productie’ van nieuwe kennis) en ondernemers (genereren van economische groei en voorspoed). De drie versterken elkaar. Etzkowitz en Leydesdorff (“The dynamics of innovation: from National Systems and “Mode 2” to a Triple Helix of university-industry-government relations”) hebben de basis gelegd voor het huidige denken over de samenwerking tussen overheid, onderwijs en ondernemers.
De onderzoekers
Wie zijn ze? | |
---|---|
Prof. dr. Pieter. P. Tordoir is hoogleraar economische geografie en planologie aan de Universiteit van Amsterdam en heeft daarnaast een praktijk voor onderzoek en strategische beleidsadvisering in Amsterdam. |
![]() |
Prof. dr. Frank G. van Oort is hoogleraar Stedelijke Economie en Ruimtelijke Planning aan de Universiteit Utrecht en buitengewoon hoogleraar Stedelijke en Regionale Economie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. |
![]() |
Dr. Piet Renooy is sociaal-geograaf en manager van onderzoek- en adviesbureau Regioplan in Amsterdam. |
![]() |
Meer achtergronden
Duiding en achtergrond in boeiende longreads: wat leeft er in Overijssel?