Nieuws Agro & Food

De nieuwsbrief van Agro & Food van december 2022.

Boeren lopen stage bij provincie

In april was er een uitwisseling tussen jonge Overijsselse boeren van het AJK en gedeputeerde Gert Harm ten Bolscher en ambtenaren van de provincie. De vertegenwoordigers van de provincie liepen toen een ochtend 'stage' bij verschillende boeren in Overijssel. Meer begrip voor elkaars wereld en werk, dat was het idee achter de uitwisseling. Afspraak was dat later dit jaar de boeren het provinciehuis zouden bezoeken en een ochtend mee zouden draaien met het bestuurswerk. Op 27 oktober waren de rollen omgekeerd. De boeren waren te gast op het provinciehuis en kregen een kijkje in de bestuurlijke keuken.

Ze liepen mee met de ambtenaar die ze in april hadden ontvangen op hun bedrijf en met Gert Harm ten Bolscher. De boeren waren onder meer aanwezig bij besprekingen en activiteiten die te maken hadden met het landelijk gebied of beleid rondom landbouw. Met een gezamenlijke lunch werd de stage afgesloten. Van beide kanten werd met veel plezier teruggekeken op de uitwisseling. Elkaar leren kennen en beter begrijpen werd door iedereen als erg waardevol omschreven. Daarom is afgesproken om het hier niet bij te laten maar elkaar vaker op te zoeken. Met alle ontwikkelingen rond de landbouw en het landelijk gebied is het belangrijk dat provincie en boeren elkaar snel kunnen vinden en in gesprek blijven.

GS bezoekt voorbeeldproject Landgoed Vilsteren

Op 24 oktober 2022 brachten Gedeputeerde Staten van Overijssel een werkbezoek aan het dorp en gelijknamige landgoed Vilsteren. GS wilde meer weten over hoe boeren op Vilsteren werken aan verduurzaming van hun bedrijfsvoering en hoe ze dit doen in samenhang met de omgeving. De boeren werken aan duurzaamheidsdoelen op basis van kritische prestatie indicatoren (KPI’s) die speciaal voor kringlooplandbouw in het Vechtdal zijn ontwikkeld. Een groep melkveehouders en een akkerbouwer op en rondom landgoed Vilsteren ontving in juni 2021 uit handen van gedeputeerde landbouw Gert Harm ten Bolscher een eerste prestatiebeloning. Wat in Vilsteren gebeurt door boeren, landgoed en dorpsbewoners samen zou op meer plekken in Overijssel kunnen maar moet ook zeker verder uitgewerkt worden op Nederlandse schaal vindt Ten Bolscher.

In Vilsteren slaan dorpsbewoners, agrarische ondernemers en de eigenaar van het landgoed de handen ineen om stappen te zetten. “Hier zie je op kleine schaal hoe dat op andere plekken kan werken”, vertelt Ten Bolscher. “Het gaat om stikstofreductie, er ligt een wateropgave, nitraatuitspoeling uit de bodem, we hebben te maken met maatregelen voor klimaatadaptatie, vermindering van broeikasgassen en er ligt een biodiversiteitsopgave. Dat hele pakket vloeit voort uit het landelijke coalitieakkoord en het moet bij elkaar komen in een gebiedsgerichte aanpak binnen het Provinciaal Programma Landelijk Gebied. Als provincie willen we ook dat tegelijkertijd de leefbaarheid en de sociaaleconomische kwaliteit van het platteland behouden blijft en er een toekomstbestendige agrarische sector in Overijssel blijft.”

Herwaarderen inzet boeren

Er is de partners in Vilsteren veel aan gelegen om de kwaliteit van het gebied en de waarde van de grond in stand te houden. Ten Bolscher: “De landgoedeigenaar denkt erover na hoe hij samen met de pachtende boeren in kan spelen op wat de samenleving vraagt. Hij is er sterk op gericht de boeren perspectief te bieden. Een andersoortige bedrijfsvoering is gekoppeld aan de pachtvoorwaarden, waardoor de pachtende boeren al invulling geven aan een aantal van de opgaven die er liggen. Met hun bedrijfsvoering dragen ze bij aan de kwaliteit van het landschap. Ze kunnen niet meer boeren zoals ze altijd deden. De verschillende doelen vragen om een andere aanpak. Tegelijkertijd moeten we als samenleving ook bereid zijn om de boeren te betalen voor de waarde die ze leveren. Dat is niet alleen voedsel maar bijvoorbeeld ook een mooi landschap, biodiversiteit en water vasthouden in een gebied. Als we dat belangrijk vinden, moeten we de boeren belonen voor deze ‘producten’ of maatschappelijke doelen.” Herwaardering van hun inzet is dus nodig, zegt de gedeputeerde.

In Vilsteren heeft de provincie in een project beloning gekoppeld aan het behalen van de afzonderlijke doelen door de boeren of boerinnen. De boeren werken aan duurzaamheidsdoelen op basis van kritische prestatie indicatoren (KPI’s) die speciaal voor kringlooplandbouw in het Vechtdal zijn ontwikkeld. De beloning wordt uitgekeerd na objectieve toetsing.

Vilsteren weet met de maandelijkse boerenmarkt met een keur aan streekproducten op mooie wijze de verbinding tussen boer en consument te leggen. “Als consument kom je in contact met de boer of boerin en hoor je het verhaal over hun inzet en passie. De boer krijgt een eerlijke beloning voor het product. En wat ook belangrijk is: de boer hoort persoonlijk de waardering van klanten voor het geproduceerde voedsel”, schetst Ten Bolscher.

Pilot en voorbeeld

Vilsteren is een pilot, denkt Ten Bolscher. “De kennis die we daar hebben opgedaan, het landgoedmodel, en de lessen die we ervan hebben geleerd, kunnen we op andere plekken in Overijssel ook gebruiken als we aan de slag gaan met het Provinciaal Programma Landelijk Gebied. Ik ben blij met zo’n voorbeeld dat laat zien, ook voor buiten Overijssel, dat het écht kan om een bijdrage te leveren aan de maatschappelijke opgaven en de bedrijfsvoering te verduurzamen. Het biedt perspectief aan landbouwers, ook doordat de boer een beloning krijgt voor de inspanning die hij levert. Het is mijn streven dat dit niet meer gebeurt als pilot, maar als structurele oplossing met een structurele eerlijke beloning.”

GS op landgoed Vilsteren. Op de voorgrond Commissaris van de Koning Andries Heidema in gesprek met (rechts naast hem) Hugo Vernhout, directeur van het erfgoed Vilsteren.

Rapport provincies over toekomst landbouw

Op 23 november overhandigden de provincies een rapport aan minister Adema van Landbouw over wat er volgens hen nodig is om perspectief te bieden aan de landbouw. Centraal staat dat ondernemers investeringsbeslissingen moeten kunnen nemen. Daarvoor is vertrouwen nodig dat ze ook in de toekomst een gezonde boterham kunnen verdienen. Hiervoor is wel duidelijkheid van de overheid nodig. Duidelijke doelen, ruimte en ondersteuning en bovenal zicht op nieuwe verdienmodellen. Want dat perspectief is essentieel om in de lopende gebiedsprocessen tot goede afspraken te komen. Daarbij spelen boeren een belangrijke rol om de transitie echt in gang te zetten. De provincies zien dit rapport als een belangrijke bouwsteen voor het landbouwakkoord dat naar verwachting dit voorjaar gesloten wordt.

Het is op dit moment niet duidelijk voor boeren ‘waar het heen gaat’. Waar moeten ondernemers rekening mee houden en welke keuzes horen daarbij? Volgens de provincies zijn op verschillende niveaus duidelijke doelen nodig. Doelen op enkel milieu en klimaat zijn onvoldoende. Waarden van de landbouw voor landschap en ecologie, sociale samenhang, voedselproductie en economie verdienen wat de provincies betreft een prominentere plek in het NPLG (Nationaal Programma Landelijk Gebied) en de gebiedsprocessen. Een sociaaleconomische toets hoort hier ook bij. Het Rijk is aan zet om een nationale visie voor de sector te formuleren. De provincies vragen het kabinet om dit samen met de sector te doen. Ook is er behoefte aan duidelijke begrippen, randvoorwaarden en kritische prestatie indicatoren (KPI’s).

Ruimte en ondersteuning

Om te kunnen deelnemen aan de gebiedsprocessen hebben ondernemers ruimte nodig. Fysieke ruimte maar ook ruimte in regelgeving en ondersteuning. Grotendeels zit die hulp in het bieden van de juiste voorwaarden. Zoals het ruimtelijk mogelijk maken van het aanpassen en verduurzamen van een bedrijf, belemmerende wet- en regelgeving aanpassen of extensivering financieel te ondersteunen. Provincies kunnen daarin veel betekenen. Maar ook het Rijk kan een forse impuls geven aan het gebiedsproces. Door bruikbare en direct toepasbare regelingen en een haalbaar tijdspad.

Ketenaanpak

De landbouw kan alleen duurzaam worden als een boer ook zijn boterham kan verdienen. Alleen zo blijft er ruimte om te investeren in de toekomst. Boeren moeten daarom een eerlijke prijs krijgen voor duurzame prestaties. Het is aan de markt om binnen de voorwaarden van de overheid deze modellen te ontwikkelen. Tegelijkertijd kan de overheid helpen door bijvoorbeeld nieuwe inkomstenbronnen mogelijk te maken, een nieuwe markt voor duurzame producten te creëren en het bieden van langjarige zekerheid over bijvoorbeeld verduurzamingsdoelen. In het rapport noemen de provincies onder andere een lagere btw op duurzame en lokaal geproduceerd voedsel. Ook de consument draagt bij aan de transitie.

Innovatie

De maatschappelijke opgaven zijn groot en we moeten toe naar een ander landbouwsysteem dat minder belastend is voor de leefomgeving. Innovaties spelen daarbij een rol. Innovatie kan niet alle problemen oplossen, maar het levert wel een bijdrage. Daarbij sluiten provincies aan bij de innovatiekracht in de landbouw- en voedselketen, onder andere bij toeleveranciers van werktuigen, en (voedings)middelen en méér dan tot nu toe innovatie (en de export van kennis!) stimuleren, bijvoorbeeld door het opzetten van een Innovatiefonds.
Het volledige IPO rapport is te vinden op: Samenwerken aan perspectief voor de landbouw (ipo.nl)Verwijst naar een andere website

Studiegroepen Kringloopdenken Overijssel

Van de huidige agrarische ondernemers wordt verwacht dat ze toekomstgericht bezig gaan en duurzamer leren denken. Binnen de vier studiegroepen Kringloopdenken Overijssel, die een subsidie van de provincie Overijssel ontvangen, gebeurt dat volop. “Boeren willen alles doen om hun bedrijf in de been te houden. Door samen te sparren, kom je tot de juiste oplossingen. Dat is de kracht van onze studiegroepen”, vertelt Kim Hahn, projectleider van de Studiegroepen vanuit Dirksen Management Support Advies.

Kringloopdenken

Bijna veertig boeren in Overijssel doen voor het tweede jaar mee aan een van de vier studiegroepen Kringloopdenken. Ze benaderen het bedrijf als een kringloop; als je ergens in het bedrijf veranderingen aanbrengt, heeft dat gevolgen voor de balans van het hele systeem. Elke twee maanden komen ze bij een van de deelnemers op het bedrijf om de duurzame en toekomstbestendige mogelijkheden van hun bedrijven met elkaar door te spreken. “We beginnen met het maken van een SWOT-analyse. Zo brengen we sterke en zwakke punten en kansen en bedreigingen in beeld. Daarnaast verzamelen we allerlei cijfers over het bedrijf, zoals boekhoud- of KringloopWijzergegevens of gegevens van CRV, zuivelcoöperatie of veevoerleverancier. Via een benchmark kunnen ondernemers hun bedrijf vergelijken met bedrijven uit dezelfde regio, met dezelfde grondsoort of intensiteit. Uiteindelijk formuleren de deelnemers doelen waaraan ze willen werken. Bijvoorbeeld meer natuurinclusief of extensiever boeren, meer aandacht voor dierenwelzijn, focus op rantsoenplanning, emissies van CO2 en stikstof verlagen, maar ook kleine managementaanpassingen of bedrijfsovernames”, vertelt Kim.

Eigen bijdrage motiveert

Het doel van de studiegroepen is leren van elkaars ervaringen, vergelijken van bedrijfsresultaten en discussiëren over bedrijfsstijlen en keuzes. De methode werpt vruchten af. Kim: "Het helpt als collega’s meekijken als je op je bedrijf ergens tegenaan loopt. Als ondernemer kun je niet altijd zelf ergens de vinger op leggen, maar een ander valt soms meer op en komt vaak met creatieve oplossingen. Een aantal boeren is bijvoorbeeld met kruidenrijk grasland begonnen. Ze waren eerst wat wantrouwend, maar op basis van ervaringen van collega’s durven ze toch de stap te zetten."
De provincie Overijssel subsidieert de studiegroepen. "Toch vragen we bewust ook een eigen bijdrage van de deelnemers van 750 euro per jaar. Het is belangrijk dat de ze gemotiveerd zijn en goed voorbereid aan de bijeenkomsten deelnemen. Vaak helpt daar een eigen bijdrage bij”, weet Kim.

Projectleider Kim Hahn (tweede van links) tijdens een bedrijfsbezoek van een van de studiegroepen.

Waarde-Ring voor verbinding boer en burger

Ze werken alle drie, samen met hun partners, op een bijzondere wijze aan de relatie tussen burger en boer. Daarom ontvingen Heleen Lansink, Geertjan Kloosterboer en Leon Ripperda uit handen van gedeputeerde Gert Harm ten Bolscher de Boer-Burger Waarde-Ring van de provincie Overijssel. Dit is een onderscheiding die meerdere provincies uitreiken aan personen die zich op een positieve manier inzetten voor de verbinding tussen burgers en boeren. De Waarde-Ring is een initiatief van de Dutch Food Week.

Gedeputeerde Gert Harm ten Bolscher over de Overijsselse Waarde-Ring. “Met deze onderscheiding willen we onze waardering uitspreken naar boeren die zichtbaar hun verbinding met de samenleving op een positieve wijze uitdragen. Het is ontzettend belangrijk die verbinding in stand te houden, juist in deze spannende en onzekere tijd waarin er grote veranderingen op onze boeren afkomen. Er wordt hen gevraagd om duurzamer te werken. Dit is een enorme uitdaging. Voor deze verandering is verbinding tussen boeren en de samenleving meer dan ooit van belang. Begrip voor elkaar is cruciaal. Een duurzaam voedselsysteem creëren we namelijk samen. Het is belangrijk dat burgers weten voor welke uitdagingen boeren staan nu van hen gevraagd wordt duurzamer te gaan werken en welke belangrijke rol consumenten daarbij spelen, bijvoorbeeld door meer streekproducten te kopen. En het is omgekeerd goed dat boeren weten hoe mensen van buiten de landbouw bijvoorbeeld over natuur en landschap denken.”

Heleen Lansink, Geertjan Kloosterboer en Leon Ripperda laten met veel passie zien dat boeren en burgers bij al deze grote veranderingen niet zonder elkaar kunnen. Hun positieve bijdrage aan de verbinding tussen boeren en burgers is ontzettend belangrijk en waardevol. Met deze onderscheiding zetten we hen spreekwoordelijk in het zonnetje, maar zoals Heleen, Geertjan en Leon bij hun onderscheiding terecht aangaven: naast hen zijn er nog heel veel boeren in Overijssel die ook op een positieve manier bijdragen aan verbinding tussen boeren en burgers. Ook naar hen spreek ik mijn waardering uit.”


Heleen Lansink van de Melktapperij

Heleen Lansink van de Melktapperij uit Haaksbergen ontvangt de Waarde-Ring vanwege haar grote (vrijwillige) inspanningen om het gesprek tussen boeren en burgers op gang te brengen. Daarvoor zet ze uitgebreid (social) media in en organiseert zij allerlei activiteiten zoals dialoogdiners. Heleen is winnaar van de You Go Girl Award 2020. Vanaf 2017 organiseerde ze met andere boerinnen de Avond van de Koe. Haar persoonlijke motto: “De kracht van de boer zit ‘m in zijn zichtbaarheid naar de burger”.

Melkveehouder Geertjan Kloosterboer uit Oxe

Melkveehouder Geertjan Kloosterboer uit Oxe zet zich op allerlei manieren in voor de verbinding tussen boeren en burgers. Onder meer door educatie en ontvangstruimtes op zijn eigen bedrijf. Door te vloggen vertelt Geertjan op heldere, realistische en begrijpelijke wijze hoe complexe vraagstukken in de landbouw in elkaar zitten. Tevens heeft hij dit jaar samen met Joris Lohman het ‘Goede Gesprek over Landbouw’ georganiseerd.

‘Horecaboer’ Leon Ripperda is mede-initiatiefnemer van Zuivel van Salland

‘Horecaboer’ Leon Ripperda is mede-initiatiefnemer van Zuivel van Salland (samen met de familie Lugtenberg), maar is zelf al jarenlang betrokken bij de verbinding tussen lokale productie en consumptie via zijn restaurants Eten & Drinken BijRipperda en een BoerenIJssalon. Daarnaast is Leon eigenaar van Brasserie Op Duur, gecombineerd met een Informatiecentrum van Staatsbosbeheer in samenwerking met de J.P. van de Bent Stichting (sociale werkvoorziening). Met als zijn activiteiten vertelt Leon graag het verhaal van de boeren en de herkomst van producten.

Dutch Food Week

De Dutch Food Week, ontstaan vanuit de Topsector Agri&Food, wordt jaarlijks georganiseerd, dit jaar was dat van 8 tot en met 15 oktober. Boeren en tuinders, ondernemers uit toeleverende en verwerkende industrie, retail, overheid en wetenschappers laten zien hoe zij werken aan de productie, distributie en ontwikkeling van ons voedsel. De Dutch Food Week heeft provincies gevraagd om mensen te decoreren die het afgelopen jaar actief gewerkt hebben aan de versterking van de band tussen boer en burger. Overijssel is een van de deelnemende provincies.

Met bloemen de drie Waarde-Ring winaars met hun partner. Links Leon Ripperda, Heleen Lansink en rechts Geert-Jan Kloosterboer.